Anja

26-02-2019 14:00:00

(Dutch only. English translation will follow later)


Ik ben nu 40 en zit vanaf mijn 14e in de psychiatrie. Door gebeurtenissen in het verleden ben ik veel mensen kwijtgeraakt en heb ik een periode geen mensen meer toegelaten. Hierdoor ben ik een lange tijd uit beeld geweest maar ik kom langzaam terug. 

Mensen doen mij geen pijn meer en ik weet wat ik wil. Dit doet mij goed. 


Men heeft in de ‘gewone maatschappij’ geen goed beeld van wie wij zijn. Ze denken snel dat wij gek en dom zijn en dat we niets kunnen. Maar wij zijn zijn net zulke gewone mensen als ieder ander. Met dezelfde gevoelens als anderen, met een goed verstand. Met dezelfde wensen als vele anderen.
Er is te weinig kennis over de psychiatrie en psychische ziektebeelden en daardoor is er veel onbegrip. Dat zorgt vaak voor eenzaamheid.

Toen ik in de psychiatrie terecht kwam ben ik een boel mensen kwijt geraakt. In het begin hoorde ik nog wel van mensen maar op een gegeven moment hield dat op. Het lijkt alsof ze je uit de weg gaan. Maar het had zo geholpen als ik wel wat van ze gehoord had. Bijvoorbeeld af en toe een telefoontje of een kaartje.

Met alles wat ik geleerd heb sta ik ondertussen veel sterker in het leven. Ik heb keihard geknokt en ben blij met wat ik allemaal bereikt heb. 



Heel lang heb ik er moeite mee gehad dat ik een kinderwens heb maar ik wil verstandig zijn. Ik heb mijn medicatie nodig om te kunnen leven zoals ik nu leef. Het is bitter maar ik wil geen kind op deze wereld zetten met het risico dat mijn kind, net als ik, ook ziek wordt. Dat wil ik niet, dit gun ik niemand. 


Uiteindelijk ben ik door vallen en opstaan steeds sterker geworden en ben ik dichter bij mijn doelen gekomen. Voor mij is dat de natuur en de liefde voor dieren.


Gelukkig heb ik een lief klein hummeltje om voor te zorgen. Binkie, mijn konijn. En sinds een tijdje werk ik bij de Tukkerij in Hengelo, Overijssel. Een grote zorgboerderij met veel paarden en pony’s.
Dieren geven mij nieuwe energie en liefde. Ze lachen en schelden mij niet uit, bij hen mag ik mijzelf zijn. Ik mag mijn liefde geven en er voor ze zijn. 



Als ik verdrietig ben kan ik altijd bij de paarden en mijn konijn terecht om te knuffelen en om ze te verzorgen. Ik vind het fijn om er voor de dieren te zijn. Bij hen kan ik mijn hart ophalen en word ik gezien.